Slikken


Het slikken is bij gezonde mensen een automatisch proces dat plaatsvindt zonder nadenken. We slikken ongeveer één keer per minuut om speeksel te verwijderen. Het slikken is ook een ingewikkeld proces waar veel spieren bij betrokken zijn. De spieren van de wangen, lippen, kaken, tong en de keel werken allemaal samen om een goede slik te maken.

Het slikken is te verdelen in vier fasen:

1. Voorbereidende fase (aannemen, eventueel kauwen en verzamelen op de tong)
2. Mondfase (transporteren via de tong naar de keel)
3. Keelfase (transport achter in de keel naar de slokdarm (daadwerkelijke slik))
4. Slokdarmfase (transport slokdarm naar de maag)

De meest voorkomende klacht bij slikken is verslikken. Bij verslikken komt er voedsel of vloeistof in de luchtpijp terecht. Een kleine hoeveelheid geeft al een hoestprikkel. Voedsel in de luchtweg kan infecties veroorzaken en is dus gevaarlijk. Ook is er bij verslikken kans op stikken. Bij stikken wordt de luchtweg afgesloten en kan er geen adem meer in of uit gaan. Het is dus belangrijk dat de verschillende fasen van het slikproces goed verlopen en dat er een sterke hoest geproduceerd kan worden. Andere slikproblemen zijn: achterblijven van voedsel in de mond, moeilijk slikken, pijn bij het slikken, voedsel of vocht verliezen(uit de mond lopen), veel hoesten tijdens of na het eten en teruggeven van vocht of voedsel door de neus.

Slikproblemen komen vaker voor bij:

  • Ouderdom: de spierkracht neemt af als we ouder worden. Dit heeft invloed op het kauwen en transporteren van voedsel.
  • Neurologische problemen: ziekten zoals CVA, ALS en Parkinson zorgen vaak voor problemen in de coördinatie van de spieren en vermindering van het gevoel in de mond. Ook kan een vertraging in de slikreflex optreden.
  • Medicijngebruik: het gebruik van medicijnen kan sufheid veroorzaken of een verminderde speekselproductie.
  • Anatomische afwijkingen: het slikken kan ook verstoord raken door een obstructie of defect, bijvoorbeeld een poliep of een verandering in de mond of keel na een operatie.

De logopedist beoordeelt in welke fase van het slikken een probleem plaatsvindt en kijkt naar de oorzaak. Indien nodig behandelt de logopedist de klacht, bijvoorbeeld door de coördinatie in de beweging van de spieren te verbeteren of aanpassingen aan te bieden.

De methode manuele facilitatie van de larynx wordt gebruikt om abnormale spanningen weg te nemen in het hoofd-hals gebied. Een verhoogde spanning of een asymmetrische spanningsverdeling kan het slikken bemoeilijken. Ook kan een gevoel ontstaan dat er een obstructie in de keel zit(globusgevoel).